VERSLAG VAN EEN HOCKEY RONDREIS (GIRA) DOOR ARGENTINIË VAN EEN AANTAL 60-PLUSSERS
Wapen van Argentinië
Het wapen van Argentinië bestaat in de huidige vorm sinds 1944, maar het ontwerp gaat terug tot een versie uit 1813. Het wapen toont een zon die boven een met laurier omringd schild opkomt. De zon is de Incazon of Meizon (Spaans: Sol de Mayo), wellicht het belangrijkste Argentijnse symbool; deze zon met een gezicht en omgeven door rechte en kronkelende zonnestralen symboliseert in de Inca-mythologie de zonnegod Inti en staat ook op de vlag van Argentinië. Naast de zonnegod symboliseert de zon ook de opkomst van Argentinië. In het midden van het schild schudden twee handen elkaar, hetgeen eenheid en broederschap tussen de Argentijnse provincies en hun inwoners symboliseert. De Frygische muts, een symbool van de jakobijnen, staat voor vrijheid en de stok voor de bereidheid om die te verdedigen. De blauwe en witte kleuren in het schild staan voor de Argentijnen. De laurierkrans staat voor de overwinning. (bron: Wikipedia) |
Het reisgezelschap dat 10 dagen door Argentinië trekt.
Mannen: 1. Frank Beijaert (Mia) 2. Wouter Dikker 3. Malcolm Begemann 4. Wout van der Meulen (Alessa) 5. Jan Roos 6. Albert Aalbers 7. Bart Hunfeld 8. Bob Horsman 9. Jan Peter Feenstra (Margot) 10. Frank Jansen (Hensky) 11. Ed Nypels (Caroline) 12. Paul de Ruijter 13. Jart Sluiter 14. Hans Buers 15. Clemens Vehmeijer 16. Maarten Tijssens 17. Bert Feijtes (Stella) Totaal 17 mannen en 16 vrouwen. |
60+ maar nog lang niet dood.
weken, 17 mannen, 16 spelers, 1 scheidsrechter, 6 vrouwen, 1 week 7 vrouwen, 2 landen, 4 steden, 1 gebergte, 24 karakters met even zoveel verhalen en 8 potjes hockey, de verbinding. Op het veld verdwijnen alle verhalen voor 4 x 15 minuten. Aan een winnersmentaliteit hangt geen leeftijd, die heb je of die heb je niet. Deze heren hebben het. Iedere wedstrijd begint met de gedachte dat er gewonnen kan worden. Geef ze eens ongelijk, de bal rolt zolang de benen rennen en het hoofd wil winnen. Als jonge honden betreden ze het veld, de adrenaline stroomt. Het went nooit, die gezonde spanning net voor aanvang van een wedstrijd, nog even snel naar het toilet. De wedstrijden worden voorbesproken, doorgesproken, nabesproken. Tactieken worden bedacht, tegen het licht gehouden en in de week gelegd. Systemen worden uitgelegd. ‘Weet iedereen wat hij moet doen? Ja.’ Daar gaan ze. Volledig overtuigd dat een goede uitvoering van de besproken tactiek leidt tot een zekere overwinning. Het eerste kwart gaat dat uitstekend, er vallen geen doelpunten tegen. Het is een kwestie van tijd voordat we gaan scoren, je voelt dat aan alles, zowel op het veld waar de heren de druk nog een beetje opvoeren, als naast het veld waar de dames van opwinding beginnen te zingen, of zoiets. De mannen raken vermoeid maar voelen zich aangemoedigd het ego te laten groeien, gooien er nog een tandje bovenop en vergeten de besproken tactieken uit te voeren. Het gaat lekker maar het systeem raakt in de war. Er wordt geschreeuwd, gecoacht, enkelen worden van de bal gelopen, er wordt verongelijkt gekeken, de bal bereikt steeds minder mensen, ‘blijf bij je man, mee terug mee terug, naar voren naar voren’, iedereen holt, de feiten vooruit, totdat het doelpunt valt. De teleurstelling is voelbaar. ‘Kom jongens terug naar de tactiek, het systeem werkt echt.’ Heel even gaat dat goed, heel even, want als dan toch die 2-0 valt dan kunnen we net zo goed volle bak vooruit, toch? Dat laatste betekent voor iedereen wat anders. De chaos is compleet. De dames aanschouwen met lede ogen het tafereel. ‘Ze zijn veel jonger, die Argentijnen.’ ‘Ja, dus eigenlijk hebben onze mannen het goed gedaan.’ ‘Zeker!’ ‘Ik moet het nog zien als die Argentijnen 60+ zijn.’ ‘Ze zijn nu al niet heel veel sneller dan die van ons.’ ‘En veel te dik ook, op hun 50ste.’ ‘Weet je, die van ons zijn toch het leukst!’ Bem Bem Bem. In de 3e helft zijn onze mannen heer en meester. Mede mogelijk gemaakt door de enorme gastvrijheid van de Argentijnen en Chilenen. Het ontbreekt aan niets, er wordt gedronken, gegeten en gezongen. Armen worden om elkaar heengeslagen en vriendschappen gesloten. In de nachten na een wedstrijd voelen de heren zich 60+, de volgende morgen wat stram maar hé we zijn niet iedere dag in Argentinië en Chili dus hop hop tjop tjop, een plein met historie, de oudste koffietent, die leuke winkelstraat, Stefano de stadsgids, de musea en parken vol kunst, street-art en verhalen. Op de fiets, in een taxi, te voet, nog één kerk, of misschien twee, als we het halen. Door naar de golfbaan, beetje poedelen in een zwembad maar niet te lang, de wijngaard wacht, ja we mogen proeven, lunch erachteraan, wijntje erbij? Why not we zijn er nou toch. Hup de bus weer in, even rust. Wat eten we vanavond? Kleinigheidje bij de Italiaan, die ene die nummer 1 staat op de lijst van beste restaurants. Tea bag of Malbec? Als benjamin van de groep hoor mezelf regelmatig vragen: ‘Moeten we nou weer zo vroeg op? Het lijkt wel vakantie!’ Ik zie een groep mannen die er veel voor over heeft met elkaar te hockeyen, onder zeer aangename omstandigheden, waarbij gezelligheid hoog in het vaandel staat. Ze respecteren elkaar in alles, hebben veel lol en vieren de overwinning, meestal van de tegenstander, we zijn de moeilijkste niet. Ze zijn allemaal anders en toch ook een beetje hetzelfde. Zonder hockey geen vakantie en dat maakt deze reis uniek in zijn soort. Een bak levenservaring, wijsheid en testosteron bij elkaar en het werkt. Dat hoef je met vrouwen niet te proberen. Stel je voor: 3 weken, 17 vrouwen en 7 mannen… Precies. Dank aan allen, het was me een waar genoegen. Alessa van de Goo
weken, 17 mannen, 16 spelers, 1 scheidsrechter, 6 vrouwen, 1 week 7 vrouwen, 2 landen, 4 steden, 1 gebergte, 24 karakters met even zoveel verhalen en 8 potjes hockey, de verbinding. Op het veld verdwijnen alle verhalen voor 4 x 15 minuten. Aan een winnersmentaliteit hangt geen leeftijd, die heb je of die heb je niet. Deze heren hebben het. Iedere wedstrijd begint met de gedachte dat er gewonnen kan worden. Geef ze eens ongelijk, de bal rolt zolang de benen rennen en het hoofd wil winnen. Als jonge honden betreden ze het veld, de adrenaline stroomt. Het went nooit, die gezonde spanning net voor aanvang van een wedstrijd, nog even snel naar het toilet. De wedstrijden worden voorbesproken, doorgesproken, nabesproken. Tactieken worden bedacht, tegen het licht gehouden en in de week gelegd. Systemen worden uitgelegd. ‘Weet iedereen wat hij moet doen? Ja.’ Daar gaan ze. Volledig overtuigd dat een goede uitvoering van de besproken tactiek leidt tot een zekere overwinning. Het eerste kwart gaat dat uitstekend, er vallen geen doelpunten tegen. Het is een kwestie van tijd voordat we gaan scoren, je voelt dat aan alles, zowel op het veld waar de heren de druk nog een beetje opvoeren, als naast het veld waar de dames van opwinding beginnen te zingen, of zoiets. De mannen raken vermoeid maar voelen zich aangemoedigd het ego te laten groeien, gooien er nog een tandje bovenop en vergeten de besproken tactieken uit te voeren. Het gaat lekker maar het systeem raakt in de war. Er wordt geschreeuwd, gecoacht, enkelen worden van de bal gelopen, er wordt verongelijkt gekeken, de bal bereikt steeds minder mensen, ‘blijf bij je man, mee terug mee terug, naar voren naar voren’, iedereen holt, de feiten vooruit, totdat het doelpunt valt. De teleurstelling is voelbaar. ‘Kom jongens terug naar de tactiek, het systeem werkt echt.’ Heel even gaat dat goed, heel even, want als dan toch die 2-0 valt dan kunnen we net zo goed volle bak vooruit, toch? Dat laatste betekent voor iedereen wat anders. De chaos is compleet. De dames aanschouwen met lede ogen het tafereel. ‘Ze zijn veel jonger, die Argentijnen.’ ‘Ja, dus eigenlijk hebben onze mannen het goed gedaan.’ ‘Zeker!’ ‘Ik moet het nog zien als die Argentijnen 60+ zijn.’ ‘Ze zijn nu al niet heel veel sneller dan die van ons.’ ‘En veel te dik ook, op hun 50ste.’ ‘Weet je, die van ons zijn toch het leukst!’ Bem Bem Bem. In de 3e helft zijn onze mannen heer en meester. Mede mogelijk gemaakt door de enorme gastvrijheid van de Argentijnen en Chilenen. Het ontbreekt aan niets, er wordt gedronken, gegeten en gezongen. Armen worden om elkaar heengeslagen en vriendschappen gesloten. In de nachten na een wedstrijd voelen de heren zich 60+, de volgende morgen wat stram maar hé we zijn niet iedere dag in Argentinië en Chili dus hop hop tjop tjop, een plein met historie, de oudste koffietent, die leuke winkelstraat, Stefano de stadsgids, de musea en parken vol kunst, street-art en verhalen. Op de fiets, in een taxi, te voet, nog één kerk, of misschien twee, als we het halen. Door naar de golfbaan, beetje poedelen in een zwembad maar niet te lang, de wijngaard wacht, ja we mogen proeven, lunch erachteraan, wijntje erbij? Why not we zijn er nou toch. Hup de bus weer in, even rust. Wat eten we vanavond? Kleinigheidje bij de Italiaan, die ene die nummer 1 staat op de lijst van beste restaurants. Tea bag of Malbec? Als benjamin van de groep hoor mezelf regelmatig vragen: ‘Moeten we nou weer zo vroeg op? Het lijkt wel vakantie!’ Ik zie een groep mannen die er veel voor over heeft met elkaar te hockeyen, onder zeer aangename omstandigheden, waarbij gezelligheid hoog in het vaandel staat. Ze respecteren elkaar in alles, hebben veel lol en vieren de overwinning, meestal van de tegenstander, we zijn de moeilijkste niet. Ze zijn allemaal anders en toch ook een beetje hetzelfde. Zonder hockey geen vakantie en dat maakt deze reis uniek in zijn soort. Een bak levenservaring, wijsheid en testosteron bij elkaar en het werkt. Dat hoef je met vrouwen niet te proberen. Stel je voor: 3 weken, 17 vrouwen en 7 mannen… Precies. Dank aan allen, het was me een waar genoegen. Alessa van de Goo
|
|
|
|
(wordt vervolgd)